Terug
Gepubliceerd op 02/02/2021

2020_GR_00188 - Vaststelling belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemel- en afvalwater, berging en buffering op privédomein - Goedkeuring

gemeenteraad
ma 25/01/2021 - 19:30 Grote zaal Cultuurhuis|het LOO
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Fons Verwimp, burgemeester; Stefan Govaerts, schepen; Willy Wilms, voorzitter; Karolien Eens, schepen; Alies Smeets, schepen; Nancy Sanen, schepen; Guido Steurs, schepen; Dirk Camps, raadslid; Ronny Carmans, raadslid; Ans De Jong, raadslid; Chris Gaethofs, raadslid; Bob Geyskens, raadslid; Liesbet Geyskens, raadslid; Wouter Janssen, raadslid; Isabelle Kortleven, raadslid; Johan Moonen, raadslid; Liliane Moonen, raadslid; Inne Peys, raadslid; Jozef Van Aelst, raadslid; Paula Van Sweevelt, raadslid; Serge Van den Bossche, raadslid; Eric Verboven, raadslid; Nico Wilms, raadslid; Tom Thijsmans, algemeen directeur

Verontschuldigd

Orlando Argento, raadslid; Kurt Vermeyen, raadslid

Secretaris

Tom Thijsmans, algemeen directeur
2020_GR_00188 - Vaststelling belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemel- en afvalwater, berging en buffering op privédomein - Goedkeuring 2020_GR_00188 - Vaststelling belasting op het niet optimaal afkoppelen van hemel- en afvalwater, berging en buffering op privédomein - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

De afkoppeling van hemelwater van de openbare DWA-riolering heeft een positieve invloed op de efficiëntie en het rendement van rioolwaterzuiveringsinstallaties en de werking van IBA's.

De hemelwaterputten kunnen samen met de infiltratievoorzieningen bijdragen aan de bufferopvang om zo de druk op het openbaar rioleringsstelsel te verkleinen, de overstorten minder frequent te doen werken en het zuiveringsproces te faciliteren. Hemelwater moet maximaal van de openbare riolering worden afgekoppeld en in de mate van het mogelijke hergebruikt en/of geïnfiltreerd worden en mag niet aangesloten worden op IBA's. 

Door de aanleg van infiltratievoorzieningen ontstaat een buffer- of bergingscapaciteit waardoor er minder water moet worden afgevoerd, de afvoer wordt bovendien vertraagd en de grondwaterreserves worden aangevuld. Het is wenselijk om in de afkoppelingsprojecten voor bestaande gebouwen hemelwater optimaal af te koppelen volgens het ontwerpplan opgemaakt door de afkoppelingsdeskundige en goedgekeurd door de gemeente. De gemeente voorziet voor de woningen, die in het verleden nog niet de verplichting opgelegd kregen om een gescheiden stelsel aan te leggen, in een deskundige begeleiding van de afkoppelingsprojecten door de aanstelling en betaling van bovenvermelde afkoppelingsdeskundige. Deze zal een ontwerpplan (geplande toestand) en een kostenraming opmaken om vervolgens de uitvoering van de afkoppelingswerken volgens het door de gemeente goedgekeurd afkoppelingsplan te begeleiden. 

Voor de uitvoering van de afkoppeling van afvalwater en hemelwater wordt een overeenkomst 'afkoppeling van hemel- en afvalwater' opgemaakt. Deze overeenkomst bepaalt dat de afkoppelingswerken uitgevoerd moeten zijn op het moment van de voorlopige oplevering, het tijdstip waarop alle werken van de aannemer wegenis- en rioleringswerken binnen het afkoppelingsproject volledig beëindigd en aanvaard zijn door de gemeente of de IBA in opdracht van de gemeente geplaatst werd. De gemeente zal de organisatie en de kosten voor de keuring van alle woningen langsheen het tracé der werken voor haar rekening nemen, met uitzondering van de recente woningen die conform de wetgeving nog over een geldig rioolkeuringsattest beschikken of moeten beschikken. Deze eigenaars dienen het rioolkeuringsattest over te maken aan de afkoppelingsdeskundige.

Het is dus wenselijk om een belasting vast te stellen indien het hemelwater bij afkoppelingsprojecten of bij de plaatsing van IBA's niet optimaal wordt afgekoppeld of indien eigenaars ondanks de wettelijke bepalingen geen geldig rioolkeuringsattest kunnen voorleggen. Deze belasting heeft in essentie tot doel de afkoppeling van hemelwater te realiseren. Deze belasting heeft enkel een stimulans om de afkoppelingswerken wel te laten uitvoeren.

Juridische grond

De Grondwet, artikel 41, 162 en 170§4; 

Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting van 30 mei 2008 gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010 en het decreet van 17 februari 2012; 

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017; 

Gelet op het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, ingevoerd op 13 april 2019, van toepassing vanaf 1 januari 2020;

Gelet op de omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

Decreet van 18 juli 2003 over het integraal waterbeleid; 

Decreet van 30 november 2018 tot bekrachtiging van de coördinatie van de waterregelgeving in het decreet van 8 juli 2003 over het integraal waterbeleid en tot opheffing van de gecoördineerde regelgeving; 

Decreet van 28 februari 2014 over diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur;

Vlaamse codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;

Decreet van 25 april 2014 over de omgevingsvergunning;

Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 over de omgevingsvergunning;

Besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002 over de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, en van de bouw door de gemeenten van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties;

Ministerieel besluit van 20 augustus 2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen: geschreven in publiek toegankelijke regels over de bouw, het transport, het plaatsen, het uitbaten, het onderhouden en het eventueel ontmantelen van een inrichting of een onderdeel ervan, met inbegrip van de toepasselijke productnormen en de algemeen aanvaarde regels van goed vakmanschap bij de betrokken beroepscategorieën;

Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 over de vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen,  buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

Besluit

Het agendapunt wordt aangenomen met 14 stemmen voor, 3 stemmen tegen (LOOI.nu: Van den Bossche S., Wilms N., Groen: Camps D.) en 6 onthoudingen (N-VA: Geyskens L., Carmans R., De Jong A., Kortleven I., Open Vld: Gaethofs C., Onafhankelijke: Moonen J.).

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

de volgende begrippen en definities te verklaren: 

- hemelwater: verzamelnaam voor water afkomstig van regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater; 

- huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat alleen bestaat uit het water dat afkomstig is van:

    o normale huishoudelijke activiteiten;

    o sanitaire installaties;

    o keukens;

    o het reinigen van gebouwen, zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot- of kleinhandel wordt  gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen,     gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons;

    o wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel zelf worden bediend;

- bedrijfsafvalwater: alle afvalwater dat niet voldoet aan de bepalingen van huishoudelijk afvalwater of koelwater; 

- koelwater: het water dat in de nijverheid voor afkoeling gebruikt wordt en dat niet in aanraking is gekomen met af te koelen stoffen of met andere verontreinigende stoffen;

- afvalwater: het verontreinigde water, zowel huishoudelijk als bedrijfsafvalwater, waarvan men zich ontdoet, zich moet ontdoen of de intentie heeft zich van te ontdoen, met uitzondering van hemelwater dat niet in aanraking is geweest met verontreinigende stoffen;

- openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en grachten bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater; 

- gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of grachten waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater; 

- gemengde riolering: een enkel stelsel van leidingen of grachten dat zowel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater als van hemelwater;

- optimale afkoppeling: bij open en halfopen bebouwing dient alle hemelwater gescheiden van afvalwater afgevoerd te worden. Bij gesloten bebouwing dient het hemelwater gescheiden van het afvalwater afgevoerd te worden, behalve indien hiervoor leidingen door of onder het gebouw dienen aangelegd te worden;

- afkoppelingsproject: elk door het college van burgemeester en schepenen of door de gemeenteraad als dusdanig vastgesteld en door een plan afgebakend project voor de aanleg van openbare rioleringen of plaatsing van IBA's;

- IBA: individuele afvalwaterzuiveringsinstallatie bij particuliere woningen;  

- afkoppelingsdeskundige: informeert de eigenaars, maakt het afkoppelingsplan en de kostenraming op en volgt de uitvoering en eindcontrole op; 

- voorlopige oplevering: het tijdstip waarop alle werken van de aannemer wegenis- en rioleringswerken binnen het afkoppelingsproject volledig beëindigd en aanvaard zijn door de gemeente; 

Artikel 2

een belasting vast te stellen op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privéterrein bij bestaande gebouwen binnen door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten of in opdracht van de gemeente geplaatste IBA's waarvan de voorlopige oplevering plaats vindt na 1 januari 2021; 

Artikel 3

dat de belasting verschuldigd is door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die eigenaar van het af te koppelen gebouw is op het moment van de voorlopige oplevering van het afkoppelingsproject of in opdracht van de gemeente geplaatste IBA en die binnen een termijn van 6 maanden na de datum van de voorlopige oplevering van het afkoppelingsproject, het hemelwater niet optimaal heeft afgekoppeld of het nog geldige rioolkeuringsattest niet heeft voorgelegd. 

lndien er recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik. ln geval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Als er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Bij overdracht van een zakelijk recht van het goed moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan in kennis stellen in de overeenkomst die de overdracht vaststelt dat het goed opgenomen is in een goedgekeurd afkoppelingsproject en de gemeentelijke reglementen inzake 'afkoppeling van hemel- en afvalwater, berging en buffering op privé-domein' en 'belastingreglement op het niet optimaal afkoppelen van hemel- en afvalwater, berging en buffering op privédomein' van toepassing zijn op het goed. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, als belastingschuldige beschouwd. 

Het college van burgemeester en schepenen dient schriftelijk op de hoogte gebracht te worden van de uitgevoerde afkoppelingswerken op privé-domein. Na de kennisgeving stelt de gemeente op haar kosten een erkend keurder aan om te controleren of de afkoppelingswerken correct zijn uitgevoerd, tenzij de afkoppelingsplicht werd opgenomen in de bouw/omgevingsvergunning van het gebouw. In dit laatste geval dient de eigenaar/zakelijk gerechtigde een gunstig keuringsrapport voor te leggen. De afkoppelingswerken worden slechts aanvaard na een gunstige controle door een erkend keuringsinstantie. Wanneer de rioolkeurder van privéwaterafvoer onregelmatigheden vaststelt, worden de afkoppelingswerken niet aanvaard en dienen deze opnieuw correct uitgevoerd worden. De volgende keuringen van privéwaterafvoer zijn ten laste van de eigenaar tot een gunstige controle door een erkend keuringsinstantie werd verkregen. De eigenaar brengt het college van burgemeester en schepenen schriftelijk in kennis van de gunstige controle.

Artikel 4

de belasting vast te stellen op 0,10 euro per m² verharding, met een minimum bedrag van 100 euro per maand, verschuldigd vanaf het einde van de zesde (6e) maand na de datum van de voorlopige oplevering van het afkoppelingsproject, indien het hemel- en afvalwater bij het bestaande gebouw niet optimaal werd afgekoppeld. 

De belastbare periode eindigt op de dag van aangifte van optimale afkoppeling door middel van een een keuringsattest door een erkend keuringsinstantie voor privéwaterafvoer;

Artikel 5

eigenaars of houders van het zakelijk recht van gebouwen, waarvoor de optimale afkoppeling technisch economisch niet haalbaar is, vrij te stellen van deze belasting. De haalbaarheid van de optimale afkoppeling wordt bepaald door de afkoppelingsdeskundige, rekening houdend met de wettelijke bepalingen inzake aansluitingsplicht, die een voorstel zal voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen. Indien onenigheid over deze beslissing bestaat, zal een voor beide partijen aanvaardbare en onafhankelijke deskundige aangesteld worden op kosten van de eigenaar of houders van het zakelijk recht, die een voorstel voor een definitieve beslissing zal voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen;

Artikel 6

de belasting  in te vorderen door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na toezending van het aanslagbiljet; 

Artikel 7

de belastingplichtige bezwaar kan indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet - op straffe van nietigheid - schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na de indiening ervan;

Artikel 8

dit besluit in werking te laten treden vanaf heden en geldig te laten blijven tot 31 december 2025; 

Artikel 9

dit besluit  voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid over te maken.